RvdW 2015/217
Onjuiste verstekverlening. Achteraf moet worden vastgesteld dat aan het recht van verdachte om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht, is tekortgedaan doordat hij zich in detentie bevond.
HR 20-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:98
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/01046
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:98, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2014
Essentie
Onjuiste verstekverlening. Achteraf moet worden vastgesteld dat aan het recht van verdachte om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht, is tekortgedaan doordat hij zich in detentie bevond.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 10 februari 2014, nummer 23/002714-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. J. Kuijper, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Bij arrest van 10 februari 2014 heeft het Gerechtshof Amsterdam de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van de Politierechter in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.