Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1287/2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft
Artikel 36 Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging
Geldend
Geldend vanaf 22-09-2006
- Bronpublicatie:
10-08-2006, PbEU 2006, L 241 (uitgifte: 02-09-2006, regelingnummer: 1287/2006)
- Inwerkingtreding
22-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-08-2006, PbEU 2006, L 241 (uitgifte: 02-09-2006, regelingnummer: 1287/2006)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
( Artikel 40, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG)
1.
Bij de toelating tot de handel van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, ongeacht of deze conform Richtlijn 85/611/EEG is opgericht, vergewist een gereglementeerde markt zich ervan dat de betrokken instelling voor collectieve belegging voldoet of heeft voldaan aan de registratie-, kennisgevings- en andere procedures die moeten worden doorlopen voordat de rechten van deelneming in de instelling voor collectieve belegging op de markt mogen worden gebracht in de lidstaat die jurisdictie heeft over de betrokken gereglementeerde markt.
2.
Onverminderd Richtlijn 85/611/EEG of enigerlei andere communautaire of nationale wetgeving ten aanzien van instellingen voor collectieve belegging kunnen de lidstaten bepalen dat het voldoen aan de in lid 1 bedoelde vereisten geen noodzakelijke voorwaarde is voor de toelating van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging tot de handel op een gereglementeerde markt.
3.
Bij de beoordeling of rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging van het open-end-type in overeenstemming met artikel 40, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG op billijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld, houdt de gereglementeerde markt rekening met de volgende aspecten:
- a)
de verspreiding van deze rechten van deelneming onder het publiek;
- b)
of er adequate market-makingregelingen bestaan, dan wel of de beheermaatschappij van de instelling voor collectieve belegging passende alternatieve regelingen heeft getroffen opdat beleggers de rechten van deelneming terugbetaald kunnen krijgen;
- c)
of de waarde van de rechten van deelneming transparant genoeg is gemaakt voor de beleggers door middel van de periodieke openbaarmaking van de intrinsieke waarde.
4.
Bij de beoordeling of rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging van het closed-end-type in overeenstemming met artikel 40, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG op billijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld, houdt de gereglementeerde markt rekening met de volgende aspecten:
- a)
de verspreiding van deze rechten van deelneming onder het publiek;
- b)
of de waarde van de rechten van deelneming transparant genoeg is gemaakt voor de beleggers, ofwel door middel van de openbaarmaking van informatie over de beleggingsstrategie van het fonds, ofwel door middel van de periodieke openbaarmaking van de intrinsieke waarde.