AB 2004, 65
Mededeling ingevolge art. 60 lid 3 Mededingingswet jo. art. 3:11 Awb geen besluit, kennelijk ongegrond.
Rb. Rotterdam 24-12-2002, ECLI:NL:RBROT:2002:AF2989, m.nt. G.J.M. Cartigny
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
24 december 2002
- Magistraten
Meskers
- Zaaknummer
02/3358VMEDED
- Noot
G.J.M. Cartigny
- LJN
AF2989
- JCDI
JCDI:ADS870117:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2002:AF2989, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 24‑12‑2002
- Wetingang
AWB art. 1:3 lid 1; AWB art. 3:11 lid 2; AWB art. 8:81 lid 1; AWB art. 8:83 lid 3; WOB art. 10 lid 1 onder c; Mededingingswet art. 18 lid 3; Mededingingswet art. 35 lid 3; Mededingingswet art. 42 lid 3; Mededingingswet art. 54; Mededingingswet art. 59 lid 1; Mededingingswet art. 60 lid 2; Mededingingswet art. 60 lid 3
Essentie
Mededeling ingevolge art. 60 lid 3 Mededingingswet jo. art. 3:11 Awb geen besluit, kennelijk ongegrond.
Samenvatting
De terinzagelegging als bedoeld in art. 60 lid 2 Mededingingswet is een feitelijke handeling die niet is gericht op (publiekrechtelijk) rechtsgevolg. De brief van verweerder van 6 december 2002 is een aankondiging dat bepaalde documenten openbaar worden gemaakt in het kader van de terinzagelegging ingevolge art. 60 lid 2 Mededingingswet. Hetgeen in deze brief is verwoord, is derhalve slechts informatief van aard en kondigt de feitelijke handeling van publicatie aan. Dat verweerder in zijn brief een oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.