Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/613
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Faillissementsrecht. Bestuursrechtelijke lasten opgelegd aan curator aan te merken als boedelschulden?; formele rechtskracht?; begrip ‘boedelschuld’.
HR 04-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:833
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juni 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/02961
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:833, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑02‑2021
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Faillissementsrecht. Bestuursrechtelijke lasten opgelegd aan curator aan te merken als boedelschulden?; formele rechtskracht?; begrip ‘boedelschuld’.
Samenvatting
Dat de bestuursrechter heeft geoordeeld dat de curator geldt als ‘overtreder’ in bestuursrechtelijke zin, brengt op zichzelf niet mee dat de bestuursrechtelijke lasten die aan de curator zijn opgelegd wegens de niet-naleving van milieuwetgeving als boedelschulden zijn aan te merken. Of die lasten boedelschulden zijn, is een civielrechtelijke vraag. Indien de bestuursrechter deze schulden als boedelschulden heeft aangemerkt, brengt het beginsel van de formele rechtskracht niet mee dat de burgerlijke rechter daaraan is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.