BNB 2017/216
Terbeschikkingstellingsregeling. Afwaardering onzakelijke lening. Geen ongelijke behandeling ten opzichte van aanmerkelijkbelangregeling
HR 06-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2549, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/04326
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
E.J.W. Heithuis
- JCDI
JCDI:ADS24476:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2549, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:130, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑02‑2017
- Wetingang
Art. 3.92 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001; art. 14 EVRM; art. 26 IVBPR
Essentie
Terbeschikkingstellingsregeling. Afwaardering onzakelijke lening. Geen ongelijke behandeling ten opzichte van aanmerkelijkbelangregeling
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 2008 tot een bedrag van € 230.000 leningen verstrekt aan de BV waarvan haar partner middellijk enig aandeelhouder was. Er is rente overeengekomen van 4% per jaar. Er is geen aflossingsschema vastgesteld en er zijn geen zekerheden verstrekt. Er is in maart 2010 een bedrag van € 14.000 op de geldlening afgelost. In oktober 2010 is de BV failliet verklaard. Belanghebbende heeft in haar aangifte voor het jaar 2010 haar vordering op de BV afgewaardeerd tot nihil en het bedrag van deze afwaardering in aanmerking genomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.