V-N Vandaag 2014/825
Moment van uitoefening van optierecht bepalend voor berekening voordeel
HR 14-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:597
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 maart 2014
- Zaaknummer
13/03324
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑03‑2014
ECLI:NL:HR:2014:597, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑03‑2014
- Wetingang
Essentie
Hof Den Haag oordeelt dat de omvang van het voordeel dat X geniet, moet worden bepaald op het moment van uitoefening van het optierecht. Op dat moment heeft X namelijk het onvoorwaardelijk recht op levering van de aandelen verkregen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
Belanghebbende, X, is werkzaam als managing director bij A bv. In 2004 ontvangt X aandelenopties A AB (de Zweedse moedermaatschappij van A bv) van A bv. In oktober 2007 oefent X 18.000 opties uit. De koers van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.