NJB 2018/963
Herzieningsaanvraag ingevolge art. lid 1 onder c 457 Sv (novum) op grond van getuigenverklaringen: de Hoge Raad zet uiteen aan welke eisen de herzieningsaanvraag moet voldoen. Een aanvraag die ter onderbouwing slechts verwijst naar de inhoud van drie daarbij gevoegde schriftelijke verklaringen van personen en waaruit niet blijkt waarop deze personen hun slechts in algemene bewoordingen gestelde verklaring baseren, en evenmin hoe de inhoud daarvan zich verhoudt met de bewezenverklaarde feiten en de daaraan ten grondslag liggende bewijsvoering, voldoet niet aan die eisen. Daarom kan zij op grond van een tekortschietende motivering niet gelden als een aanvraag in de zin der wet en moet zij buiten behandeling blijven
HR 24-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:664
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 april 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, V. van den Brink
- Zaaknummer
18/00287
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:664, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Herzieningsaanvraag ingevolge art. lid 1 onder c 457 Sv (novum) op grond van getuigenverklaringen: de Hoge Raad zet uiteen aan welke eisen de herzieningsaanvraag moet voldoen. Een aanvraag die ter onderbouwing slechts verwijst naar de inhoud van drie daarbij gevoegde schriftelijke verklaringen van personen en waaruit niet blijkt waarop deze personen hun slechts in algemene bewoordingen gestelde verklaring baseren, en evenmin hoe de inhoud daarvan zich verhoudt met de bewezenverklaarde feiten en de daaraan ten grondslag liggende bewijsvoering, voldoet niet aan die eisen. Daarom kan zij op grond van een tekortschietende motivering niet gelden als een aanvraag in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.