Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad)
Bijlage III bis Biologische grenswaarden en maatregelen inzake gezondheidstoezicht
Geldend
Geldend vanaf 08-04-2024
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/869 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/869)
- Inwerkingtreding
08-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/869 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 2024/869)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
(Artikel 16, lid 4)
Lood en de anorganische verbindingen daarvan
- 1.1.
Biomonitoring omvat meting van het bloedloodgehalte (PbB) aan de hand van absorptiespectrometrie of een methode die gelijkwaardige resultaten oplevert.
- 1.1.1.
Tot en met 31 december 2028 is de bindende biologische grenswaarde:
30 μg Pb/100 ml bloed
Op regelmatige basis worden medische controles verricht bij werknemers van wie het bloedloodgehalte de biologische grenswaarde van 30 μg Pb/100 ml bloed overschrijdt als gevolg van blootstelling vóór 9 april 2026, maar lager ligt dan 70 μg Pb/100 ml bloed. Indien bij die werknemers een dalende trend in de richting van de grenswaarde van 30 μg Pb/100 ml bloed wordt vastgesteld, kan hun toestemming worden verleend om hun werk dat gepaard gaat met blootstelling aan lood, voort te zetten.
- 1.1.2.
Vanaf 1 januari 2029 is de bindende biologische grenswaarde:
15 μg Pb/100 ml bloed (1)
Op regelmatige basis worden medische controles verricht bij werknemers van wie het bloedloodgehalte de biologische grenswaarde van 15 μg Pb/100 ml bloed overschrijdt als gevolg van blootstelling vóór 9 april 2026, maar lager ligt dan 30 μg Pb/100 ml bloed. Indien bij die werknemers een dalende trend in de richting van de grenswaarde van 15 μg Pb/100 ml bloed wordt vastgesteld, kan hun toestemming worden verleend om hun werk dat gepaard gaat met blootstelling aan lood, voort te zetten.
- 1.2.
Medische controles worden verricht indien de blootstelling aan een loodgehalte in de lucht hoger is dan 0,015 mg/m3, berekend als tijdgewogen gemiddelde over 40 uur per week, of indien een bloedloodgehalte van meer dan 9 μg Pb/100 ml bloed wordt gemeten bij individuele werknemers. Medische controles worden ook verricht bij vrouwelijke werknemers in de vruchtbare leeftijd van wie het bloedloodgehalte hoger ligt dan 4,5 μg Pb/100 ml bloed of de nationale referentiewaarde van de algemene bevolking die beroepsmatig niet aan lood wordt blootgesteld, voor zover een dergelijke waarde bestaat.
Voetnoten
Er wordt aanbevolen dat het loodgehalte in het bloed bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd niet hoger is dan de referentiewaarden van de algemene bevolking die in de betrokken EU-lidstaat niet beroepsmatig aan lood is blootgesteld. Wanneer er geen nationale referentiewaarden beschikbaar zijn, wordt aanbevolen dat het bloedloodgehalte bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd niet hoger is dan de biologische richtwaarde van 4,5 μg/100 ml.