NJFS 2018/91
In casu geen ondubbelzinnige afstand van verzet door betaling van strafbeschikking.
Rb. Noord-Holland 27-02-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:1811
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
27 februari 2018
- Magistraten
Mrs. M. Hoendervoogt, J.C. van den Bos, H.D. Overbeek
- Zaaknummer
994516-16
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2018:1811, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 27‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Strafbeschikking. Verzet. Verdachte heeft bij brief verzet ingesteld tegen de aan haar opgelegde strafbeschikking, terwijl betaling van de strafbeschikking op dezelfde dag is ontvangen. In de gegeven omstandigheden kan niet worden gezegd dat verdachte door betaling van de strafbeschikking ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van haar bevoegdheid tot het doen van verzet en daarmee van haar wezenlijke recht op toegang tot een onafhankelijke rechter. Verdachte is ontvankelijk in het ingestelde verzet.
Partij(en)
Vonnis gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 februari 2018 in de zaak tegen verdachte.