AB 2015/90
Privaatrechtelijke invordering bestuursrechtelijke geldschulden. Bevoegdheid burgerlijke rechter. Bevoegdheid bestuursrechter exclusief? Factuur als Awb-besluit. Formele rechtskracht.
HR 06-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:233, m.nt. F.J. van Ommeren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 februari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/00188
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
F.J. van Ommeren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920248:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:233, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2013
- Wetingang
Essentie
Privaatrechtelijke invordering bestuursrechtelijke geldschulden. Bevoegdheid burgerlijke rechter. Bevoegdheid bestuursrechter exclusief? Factuur als Awb-besluit. Formele rechtskracht.
Samenvatting
Het gaat in deze zaak om de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden in de zin van Titel 4.4 van de Awb. Noch enige bepaling in die wet, noch enige andere wettelijke bepaling verklaart de bestuursrechter met uitsluiting van de burgerlijke rechter bevoegd tot kennisneming van een vordering zoals de onderhavige. Art. 4:124 Awb bepaalt integendeel dat een bestuursorgaan bij de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden ook beschikt over de bevoegdheden die een schuldeiser op grond van het privaatrecht heeft. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.