Einde inhoudsopgave
Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Overijssel
Artikel 4.1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
13-09-2006, Provinciaal blad van Overijssel 2006, 131 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: PS/2006/445)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2006, Provinciaal blad van Overijssel 2006, 131 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: PS/2006/445)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
Deze paragraaf verstaat onder:
- a.
commissie: de commissie als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de waterhuishouding en waarvoor optredend de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving, overeenkomstig de Verordening voor de Provinciale Commissie Fysieke Leefomgeving;
- b.
grondsanering: activiteit voor het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van verontreinigingen en directe gevolgen daarvan of van dreigende verontreinigingen van de grond;
- c.
grondwatersanering: activiteit voor het beperken en zoveel mogelijk ongedaan maken van verontreinigingen en directe gevolgen daarvan of van dreigende verontreinigingen van het grondwater;
- d.
streefpeil: het minimale peil dat door de oppervlaktewaterbeheerder is vastgesteld in de watergang bovenstrooms van het meetpunt;
- e.
pompcapaciteit: het door de fabrikant opgegeven maximum wateropbrengend vermogen van de (gezamenlijke) pomp(en) in m3 per uur;
- f.
onttrekkingscapaciteit van een installatie ten behoeve van beregening en bevloeiing: de maximale hoeveelheid grondwater per uur die een installatie met de toegepaste diameter van de sproeimond(en) effectief kan leveren.