RvdW 2010, 396
Ingeslaggenomen stukken waartussen zich geheimhouderstukken bevinden. Onverenigbare beslissingen in het dictum.
HR 02-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ9262
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/01859 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BJ9262
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ9262, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ9262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2009
- Wetingang
Sv art. 98 lid 2, 218
Essentie
OM-cassatie.
1. Het beslag op de stukken is gelegd onder de cliënt van een advocaat. Eerst tijdens het onderzoek van die stukken bij de FIOD/ECD rees het vermoeden dat zich daartussen zogenoemde geheimhouderstukken bevonden. Van de inhoud van die stukken had door de FIOD en de OVJ geen kennis mogen worden genomen (Vgl. LJN AD5297, NJ 2003, 621).
2. De Rechtbank heeft enerzijds het beslag opgeheven, hetgeen impliceert dat de inbeslaggenomen voorwerpen moeten worden teruggegeven aan de beslagene, en anderzijds gelast dat de originele stukken aan een rechter-commissaris ter hand moeten worden gesteld. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.