NJB 2016/1952
Wet Bopz. Dwangbehandeling. Behandelingsduur. Zo kort mogelijk. Aan een patiënte in een psychiatrisch ziekenhuis wordt medegedeeld dat zij onderworpen zal worden aan een dwangbehandeling zonder dat een einddatum van de dwangbehandeling wordt genoemd. HR: De wettelijke regeling strekt mede ertoe te voorkomen dat de patiënt in onzekerheid verkeert omtrent de door de behandelaar voorgenomen duur van de dwangbehandeling. Betrokkene had belang erbij schriftelijk ervan op de hoogte gesteld te worden welke (zo kort mogelijke) duur de behandelaar noodzakelijk achtte
HR 14-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2370
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.V. Polak
- Zaaknummer
16/01565
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2370, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:997, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2016
- Wetingang
(art. 38c lid 1, aanhef en onder a, art. 38c lid 2 Wet Bopz)
Essentie
Wet Bopz. Dwangbehandeling. Behandelingsduur. Zo kort mogelijk. Aan een patiënte in een psychiatrisch ziekenhuis wordt medegedeeld dat zij onderworpen zal worden aan een dwangbehandeling zonder dat een einddatum van de dwangbehandeling wordt genoemd. HR: De wettelijke regeling strekt mede ertoe te voorkomen dat de patiënt in onzekerheid verkeert omtrent de door de behandelaar voorgenomen duur van de dwangbehandeling. Betrokkene had belang erbij schriftelijk ervan op de hoogte gesteld te worden welke (zo kort mogelijke) duur de behandelaar noodzakelijk achtte
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. Stichting Zuyderland Geestelijke Gezondheidszorg, adv. mr. M.E. Bruning.