V-N 2019/43.9
Bij afsplitsing tankstations door olieconcern geldt vrijstelling overdrachtsbelasting
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1297, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Wortel, Van Kalmthout, Cools
- Zaaknummer
18/04792
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS79156:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1297, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:394, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑04‑2019
- Wetingang
art. 15 lid 1 onderdeel h WBR; art. 5c lid 1 Uitv.besl. BRV
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren tegen het op vervreemding van de aandelen gebaseerde wettelijke vermoeden niet wordt beperkt naar gelang het tijdstip van de vervreemding. Aan de splitsing kunnen dus in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen, ondanks dat ten tijde van de splitsing al een voornemen tot vervreemding van de aandelen bestaat.
Samenvatting
B bv is een olieconcern en wil een ’niet-kernactiviteit’, bestaande uit de exploitatie van tankstations, afstoten. Door middel van een akte van splitsing wordt die onderneming overgedragen aan een nieuw opgerichte X bv (belanghebbende). Reeds de volgende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.