Ondernemingsrecht 2019/31
Prejudiciële beslissing. Bank mag inkomende girale betalingen in beginsel niet verrekenen in het zicht van faillissement (art. 54 Fw).
HR 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2189, m.nt. Mr. A. Steneker
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2018
- Zaaknummer
18/01846
- Noot
Mr. A. Steneker
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS14458:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Insolventierecht (V)
Goederenrecht (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2189, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1138, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2018
Essentie
Prejudiciële beslissing. Bank mag inkomende girale betalingen in beginsel niet verrekenen in het zicht van faillissement (art. 54 Fw).
Partij(en)
Schepel en Miedema q.q./Rabobank (Eurocommerce)
Uitspraak
1. Feiten
Eurocommerce hield zich bezig met het voor eigen rekening en risico ontwikkelen van grootschalige kantoorruimten. Na voltooiing van de kantoorruimten zocht Eurocommerce zelf huurders voor de panden.
Rabobank was een van de grootste financiers van Eurocommerce. Het grootste deel van het betalingsverkeer van Eurocommerce verliep via rekeningen die Eurocommerce aanhield bij Rabobank. De vorderingen van Eurocommerce op huurders werden stil verpand aan Rabobank. Op de rekeningen van Eurocommerce bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.