TPWS 2018/54
Verduistering van gevonden voorwerpen, art. 321 Sr. Opzettelijke wederrechtelijke toe-eigening van bankpas, ov-kaart en pasjes?
HR 30-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:121
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 januari 2018
- Zaaknummer
16/03544
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:121, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2017
Essentie
Verduistering van gevonden voorwerpen, art. 321 Sr. Opzettelijke wederrechtelijke toe-eigening van bankpas, ov-kaart en pasjes?
Uitspraak
Aantekening redactie
Voor (wederrechtelijk) toe-eigenen in het kader van verduistering (art. 321 Sr) is een gedraging vereist waaruit het eerder genomen besluit om over een goed de feitelijke heerschappij te gaan uitoefenen blijkt.1 Naast de wilsvorming is dus ook een handeling vereist waaruit blijkt dat hij zich als heer en meester over het goed gedraagt zonder daartoe gerechtigd te zijn.2 Wie bijv. een geleende fiets te koop aanbiedt, pleegt verduistering. Van wederrechtelijk toe-eigenen is ook sprake als geschonken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.