Invoeringswet Wetboek van Strafrecht
Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Wetboek van Strafrecht:Artikel 30
Invoeringswet Wetboek van Strafrecht
Artikel 30
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-09-1886
- Bronpublicatie:
15-04-1886, Stb. 1886, 64 (uitgifte: 13-05-1886, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1886
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-1886, Stb. 1886, 64 (uitgifte: 13-05-1886, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
Ter bepaling van de bevoegdheid van den rechter en de wijze van rechtspleging, wordt uitsluitend de wetgeving toegepast in werking op het tijdstip waarop rechtsingang werd verleend of, voor de eerste maal, rauwelijks voor de openbare terechtzitting gedagvaard.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.