Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 94
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2018
- Bronpublicatie:
26-07-2017, Stb. 2017, 317 (uitgifte: 17-08-2017, kamerstukken: 34588)
- Inwerkingtreding
01-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2018, Stb. 2018, 119 (uitgifte: 26-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De ambtenaren van politie, de ambtenaren van de Koninklijke marechaussee en de ambtenaren van de rijksbelastingdienst doen desgevraagd dan wel uit eigen beweging onverwijld mededeling van gegevens die voor een dienst van belang kunnen zijn aan de in artikel 91, eerste lid, bedoelde ambtenaar aan wie zij ondergeschikt zijn. In afwijking van de eerste zin vindt de mededeling van ambtenaren van politie die zijn tewerkgesteld bij een regionale eenheid plaats aan de politiechef van de desbetreffende regionale eenheid. De in artikel 91, eerste lid, bedoelde ambtenaar waaraan de mededeling is gedaan, zendt de gegevens onverwijld aan die dienst.
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de verstrekking van de gegevens tevens plaatsvinden op rechtstreeks geautomatiseerde wijze. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de te treffen technische en organisatorische maatregelen.