Einde inhoudsopgave
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
Artikel 91
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2021, 627 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken: 35897)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, Stb. 2021, 628 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Staatsrecht / Grondrechten
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De korpschef, de politiechef van een landelijke eenheid, de politiechef van een regionale eenheid, de commandant van de Koninklijke marechaussee, de directeur-generaal van de rijksbelastingdienst van het Ministerie van Financiën, de Hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de inspecteur-generaal van de Nederlandse Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verrichten werkzaamheden ten behoeve van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.
2.
Onze Ministers onder wie de in het eerste lid genoemde ambtenaren ressorteren, onderscheidenlijk de korpschef en de korpsbeheerder van het politiekorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wijzen in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondergeschikten van deze ambtenaren aan tot de feitelijke uitvoering van en het toezicht op de aldaar bedoelde werkzaamheden.
3.
De in dit artikel bedoelde werkzaamheden worden verricht onder verantwoordelijkheid van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en overeenkomstig de aanwijzingen van het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.
4.
Met betrekking tot het optreden van ambtenaren van politie en van ambtenaren van de Koninklijke marechaussee ter uitvoering van de in dit artikel bedoelde werkzaamheden blijft hoofdstuk 7 van de Politiewet 2012 buiten toepassing.