Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Artikel 128 quinquies Voorwaarden om vergunning te krijgen voor het opstellen van het scheepvaartmanifest na vertrek
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2020
- Bronpublicatie:
03-04-2020, PbEU 2020, L 203 (uitgifte: 26-06-2020, regelingnummer: 2020/877)
- Inwerkingtreding
16-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2020, PbEU 2020, L 203 (uitgifte: 26-06-2020, regelingnummer: 2020/877)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 153, lid 2, van het wetboek)
1.
De in artikel 128 quater bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend aan internationale scheepvaartmaatschappijen die aan de volgende voorwaarden voldoen:
- a)
zij zijn gevestigd in de Unie;
- b)
zij geven regelmatig het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen af, of de douaneautoriteiten van deze scheepvaartmaatschappijen weten dat zij aan de wettelijke verplichtingen voor het gebruik van deze bewijzen kunnen voldoen;
- c)
zij hebben geen ernstige of herhaalde inbreuken op de douane- of belastingwetgeving gepleegd;
- d)
zij maken gebruik van elektronische gegevensuitwisselingssystemen om gegevens te verzenden tussen de havens van vertrek en van bestemming in het douanegebied van de Unie;
- e)
zij verrichten een beduidend aantal vaarten tussen de lidstaten op erkende routes.
2.
De in lid 1 bedoelde vergunning wordt alleen verleend wanneer:
- a)
de douaneautoriteiten in staat zijn om toezicht te houden op de regeling en controles te verrichten zonder dat zij daarvoor administratieve maatregelen moeten nemen die niet in verhouding staan tot de behoeften van de betrokkene, en
- b)
de betrokkene een administratie voert aan de hand waarvan de douaneautoriteiten een doeltreffende controle kunnen verrichten.
3.
Wanneer de betrokkene houder is van een AEO-vergunning zoals bedoeld in artikel 38, lid 2, onder a), van het wetboek, wordt geacht te zijn voldaan aan de vereisten van lid 1, onder c), en lid 2, onder b), van dit artikel.
4.
Zodra zij een aanvraag hebben ontvangen, delen de douaneautoriteiten van de lidstaat waar de scheepvaartmaatschappij is gevestigd, dit mee aan de andere lidstaten op het grondgebied waarvan de havens van vertrek en de voorziene havens van bestemming zijn gelegen.
Indien binnen 60 dagen na deze mededeling geen bezwaren zijn ontvangen, verlenen de douaneautoriteiten vergunning voor het gebruik van de in artikel 128 quater omschreven vereenvoudigde procedure.
Deze vergunning is geldig in de betrokken lidstaten en is uitsluitend van toepassing op vervoer tussen de in de vergunning genoemde havens.
5.
De vereenvoudiging wordt als volgt toegepast:
- a)
het manifest van de haven van vertrek wordt met behulp van een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem naar de haven van bestemming gezonden;
- b)
de scheepvaartmaatschappij vermeldt op het manifest de in artikel 126 bis genoemde gegevens;
- c)
het door middel van een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem toegezonden manifest (gegevensuitwisselingsmanifest) wordt, uiterlijk op de werkdag volgende op het vertrek van het vaartuig en in ieder geval voor de aankomst ervan in de haven van bestemming, voorgelegd aan de douaneautoriteiten van de haven van vertrek. De douaneautoriteiten kunnen verlangen dat een afdruk van dit gegevensuitwisselingsmanifest wordt voorgelegd wanneer zij geen toegang hebben tot een door de douaneautoriteiten goedgekeurd informatiesysteem dat dit manifest bevat;
- d)
het gegevensuitwisselingsmanifest wordt aan de douaneautoriteiten van de haven van bestemming voorgelegd. De douaneautoriteiten kunnen verlangen dat een afdruk van dit gegevensuitwisselingsmanifest wordt voorgelegd wanneer zij geen toegang hebben tot een door de douaneautoriteiten goedgekeurd informatiesysteem dat dit manifest bevat.
6.
De volgende kennisgevingen worden gedaan:
- a)
de scheepvaartmaatschappij stelt de douaneautoriteiten van alle overtredingen en onregelmatigheden in kennis;
- b)
de douaneautoriteiten van de haven van bestemming stellen de douaneautoriteiten van de haven van vertrek en de autoriteit die de vergunning heeft afgegeven, zo spoedig mogelijk in kennis van alle overtredingen en onregelmatigheden.