RBP 2016/58
Ontvankelijkheid. Sluit de rechtsgang die openstaat bij het bestuursrechtelijke College van Beroep voor het Hoger Onderwijs de gang naar de burgerlijke rechter over de hoogte van het collegegeld voor een tweede, opvolgende studie uit?
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1049
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/06007
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS924169:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1049, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:8, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑11‑2014
- Wetingang
Art. 112 GW; art. 7.66 WHW; art. 3:305a BW
Essentie
Ontvankelijkheid. Collectieve dagvaarding.
Sluit de rechtsgang die openstaat bij het bestuursrechtelijke College van Beroep voor het Hoger Onderwijs de gang naar de burgerlijke rechter over de hoogte van het collegegeld voor een tweede, opvolgende studie uit?
Samenvatting
De tijden zijn voorbij dat de overheid na afronding van een studie ook een volgende studie subsidieerde. Het collegegeld voor een dergelijke volgtijdige studie mag sinds dit decennium door het bestuur van de onderwijsinstelling worden bepaald en ligt in de praktijk aanmerkelijk hoger dan het gewone collegegeld. De Stichting Collectieve Actie Universiteiten is al in 2001 opgericht om dit nadeel voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.