RFR 2023/54
Erfrecht. In hoeverre is een vereffenaar bevoegd om een tussentijdse uitdelingslijst in te trekken?
HR 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:145
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/05303
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS698460:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Erfrecht / Algemeen
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:145, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:540, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2021
- Wetingang
Art. 4:218 BW; art. 179, 180 lid 1 Fw
Essentie
Erfrecht. Intrekking tussentijdse uitdelingslijst.
In hoeverre is een vereffenaar bevoegd om een tussentijdse uitdelingslijst in te trekken?
Samenvatting
In deze procedure gaat het om een echtgenoot, die in 2012 overleden is. Zijn weduwe (verweerster in cassatie) heeft de nalatenschap namens haar en haar kinderen beneficiair aanvaard. Er is een vereffenaar (verzoeker tot cassatie) benoemd. In februari 2021 heeft de vereffenaar een tussentijdse uitdelingslijst neergelegd ter griffie. Deze tussentijdse uitdelingslijst zou ertoe leiden dat een bedrag van € 4.500.000 aan de belastingdienst wordt uitgekeerd. Vervolgens heeft de vereffenaar op 1 april 2021 aan de rechtbank geschreven dat hij de gedeponeerde tussentijdse ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.