RvdW 2018/197
Medeplegen van medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk uitlokken van poging tot moord. Geen niet-ontvankelijkheid OM of bewijsuitsluiting in verband met schending van uit onder meer art. 2 EVRM voortvloeiende positieve verplichtingen voor de Staat omdat slachtoffer niet tijdig zou zijn geïnformeerd over op hem beraamde aanslag. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 15/03982, 15/04391, 15/04861 en 17/00194.
HR 23-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:69
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
15/04093
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:69, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1488, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2017
Essentie
Medeplegen van medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk uitlokken van poging tot moord. Geen niet-ontvankelijkheid OM of bewijsuitsluiting in verband met schending van uit onder meer art. 2 EVRM voortvloeiende positieve verplichtingen voor de Staat omdat slachtoffer niet tijdig zou zijn geïnformeerd over op hem beraamde aanslag. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 15/03982, 15/04391, 15/04861 en 17/00194.
Partij(en)
23 januari 2018
Strafkamer
nr. S 15/04093
PMO/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 17 augustus 2015, nummer 23/002485-13, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.