RvdW 2012/189
(Appel)procesrecht. Recht op pleidooi; eisen goede procesorde; Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven 2008.
HR 27-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8513 (Weef c.s./Artesia)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/00666
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BU8513
- Roepnaam
Weef c.s./Artesia
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BU8513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BU8513, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
(Appel)procesrecht. Recht op pleidooi; eisen goede procesorde; Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven 2008.
Indien partijen op een terechtzitting op de voet van art. 131 Rv. hun standpunt in voldoende mate mondeling hebben kunnen uiteenzetten, kan de rechter bepalen dat geen gelegenheid zal worden gegeven voor pleidooien. Ingevolge art. 353 lid 1 is art. 131 in hoger beroep niet van toepassing, maar dit betekent niet dat in hoger beroep partijen desverlangd altijd de gelegenheid wordt geboden voor pleidooien. Ook in hoger beroep geldt dat partijen in beginsel het recht hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.