NJ 2009, 289
Onteigening. Subjectieve cumulatie en tussenkomst door opvolgende eigenaren; art. 3 OW.
HR 20-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7414, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 februari 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/02112
08/02384
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
BG7414
- JCDI
JCDI:ADS154689:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG7414, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑02‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG7414, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2008
- Wetingang
OW art. 3
Essentie
Onteigening. Subjectieve cumulatie en tussenkomst door opvolgende eigenaren; art. 3 OW.
In de onderhavige procedure is sprake van subjectieve cumulatie, aangezien de Staat en thans eisers tot cassatie bij één dagvaarding door de Gemeente zijn gedagvaard ter zake van tegen elk van hen ingestelde, voor afzonderlijke berechting vatbare rechtsvorderingen tot onteigening. Deze samenvoeging ontneemt aan de desbetreffende afzonderlijke zaken niet hun zelfstandigheid. Voor eisers, die aldus geen partij zijn geworden in de door de Gemeente bij die dagvaarding tegen de Staat aanhangig gemaakte zaak, staat de weg van tussenkomst open om alsnog in die zaak partij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.