JAR 2013/196
Opzegging arbeidsovereenkomst. Ontslag. Wat zijn de rechtsgevolgen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met één werkgever voor een daaraan gelieerde (accessoire) arbeidsovereenkomst met een andere werkgever mede met het oog op de regels voor ontslagbescherming van titel 7.10 BW?
HR 28-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:41
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 juni 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
12/01204
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:41, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5711, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑02‑2012
- Wetingang
Art. 7:610 BW
Essentie
Werkneemster is per 1 april 2004 voor onbepaalde tijd in dienst van de Nederlandse Antillen in welk verband zij werkt voor het Kabinet van de Gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen (het Kabinet) te Den Haag. De rechtspositie van alle medewerkers in dienst bij het Kabinet wordt beheerst door regelingen zoals die gelden voor ambtenaren in de Nederlandse Antillen, maar daarop bestaan enkele uitzonderingen. Zo worden de medewerkers collectief aangemeld bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Onderdeel van het Kabinet is de Stichting Antillenhuis, die als enig (statutair) doel heeft om door het APB te worden toegelaten als aangesloten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.