NJB 2015/1856
Exoneratieclausule. Wilsvertrouwensleer. HR: Bij de beantwoording van de vraag of partijen de toepasselijkheid van de exoneratieclausule zijn overeengekomen, mogen geen andere maatstaven worden aangelegd dan die welke in het algemeen gelden voor het tot stand komen van een overeenkomst, zoals neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. Uit die maatstaven vloeit voort dat het bij de beantwoording van de vraag of de exoneratieclausule deel uitmaakt van hetgeen is overeengekomen, aankomt op alle omstandigheden van het geval
HR 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3013
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04363
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3013, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:990, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑08‑2014
- Wetingang
Essentie
Exoneratieclausule. Wilsvertrouwensleer. HR: Bij de beantwoording van de vraag of partijen de toepasselijkheid van de exoneratieclausule zijn overeengekomen, mogen geen andere maatstaven worden aangelegd dan die welke in het algemeen gelden voor het tot stand komen van een overeenkomst, zoals neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. Uit die maatstaven vloeit voort dat het bij de beantwoording van de vraag of de exoneratieclausule deel uitmaakt van hetgeen is overeengekomen, aankomt op alle omstandigheden van het geval
Partij(en)
Meegaa, adv. mrs. D.M. de Knijff en A. van Staden ten Brink, vs. A en de Stichting, adv. mrs. J.P. Heering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.