NJB 2015/1856:Exoneratieclausule. Wilsvertrouwensleer. HR: Bij de beantwoording van de vraag of partijen de toepasselijkheid van de exoneratieclausule zijn overeengekomen, mogen geen andere maatstaven worden aangelegd dan die welke in het algemeen gelden voor het tot stand komen van een overeenkomst, zoals neergelegd in art. 3:33 en 3:35 BW. Uit die maatstaven vloeit voort dat het bij de beantwoording van de vraag of de exoneratieclausule deel uitmaakt van hetgeen is overeengekomen, aankomt op alle omstandigheden van het geval