RAV 2015/35
Immateriële schadevergoeding. Shockschade. Zijn de moordenaars van Maja Braderic jegens haar ouders aansprakelijk voor shockschade doordat de ouders via de media en de strafprocedure kennis hebben genomen van de gruwelijke omstandigheden waaronder hun dochter is overleden?
Hof Arnhem-Leeuwarden 16-12-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9440
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
16 december 2014
- Magistraten
Mrs. Ch.E. Bethlem, M.B. Beekhoven van den Boezem, A.S. Gratama
- Zaaknummer
200.090.627
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920507:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2014:9440, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 16‑12‑2014
- Wetingang
Art. 6:106, 6:108 BW
Essentie
Immateriële schadevergoeding. Shockschade.
Zijn de moordenaars van Maja Braderic jegens haar ouders aansprakelijk voor shockschade doordat de ouders via de media en de strafprocedure kennis hebben genomen van de gruwelijke omstandigheden waaronder hun dochter is overleden?
Samenvatting
Op 17 november 2003 is Maja Braderic, de dochter van geïntimeerden, door wurging om het leven gebracht, waarna haar lichaam in brand is gestoken. Haar lichaam was hierdoor dermate verminkt dat identificatie slechts mogelijk was aan de hand van haar gebitsgegevens. De daders zijn strafrechtelijk onherroepelijk veroordeeld.
De ouders van Maja Braderic zijn sinds de moord op hun dochter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.