Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de sociale zekerheid van rijnvarenden (herzien)
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
30-11-1979, Trb. 1981, 43 (uitgifte: 02-03-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Ingeval de invaliditeit, die aanleiding heeft gegeven tot uitkeringen op grond van de wetgeving van één enkele Verdragsluitende Partij, toeneemt, zijn de volgende bepalingen van toepassing:
- a)
indien de betrokkene, sedert hij uitkeringen geniet, niet aan de wetgeving van een andere Verdragsluitende Partij onderworpen is geweest, is het bevoegde orgaan van eerstbedoelde Partij verplicht uitkeringen toe te kennen, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, daarbij rekening houdende met de toeneming van de invaliditeit;
- b)
indien de betrokkene, sedert hij uitkeringen geniet, aan de wetgeving van één of meer andere Verdragsluitende Partijen onderworpen is geweest, worden hem uitkeringen toegekend overeenkomstig artikel 25, eerste lid of artikel 28, eerste of tweede lid, naar gelang het geval, daarbij rekening houdende met de toeneming van de invaliditeit;
- c)
in het sub b) bedoelde geval wordt het tijdstip waarop de toeneming van de invaliditeit is vastgesteld, beschouwd als het tijdstip waarop de verzekerde gebeurtenis zich heeft voorgedaan;
- d)
indien de betrokkene, in het sub b) van dit lid bedoelde geval, geen recht op uitkeringen van het orgaan van een andere Verdragsluitende Partij heeft, is het bevoegde orgaan van de eerstbedoelde Partij verplicht uitkeringen toe te kennen volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, daarbij rekening houdende met de toeneming van de invaliditeit en eventueel met het bepaalde in artikel 26, eerste, tweede en derde lid.
2.
Ingeval de invaliditeit, die aanleiding heeft gegeven tot uitkeringen op grond van de wetgevingen van twee of meer Verdragsluitende Partijen, toeneemt, worden de uitkeringen toegekend overeenkomstig artikel 28, eerste lid, daarbij rekening houdende met de toeneming van de invaliditeit. Het bepaalde sub c) van het vorige lid is van overeenkomstige toepassing.