Einde inhoudsopgave
Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap
Artikel 6 [Gegevens]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2010
- Bronpublicatie:
24-07-2010, Stb. 2010, 310 (uitgifte: 03-08-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-07-2010, Stb. 2010, 310 (uitgifte: 03-08-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
Bij het afleggen van een optieverklaring verstrekt de optant betreffende zichzelf, voorzoveel mogelijk, gegevens met betrekking tot:
- a.
geslachtsnaam en voornaam of voornamen, onderscheidenlijk naam of namen;
- b.
geboortedatum, geboorteplaats en geboorteland;
- c.
adres, postcode en woonplaats;
- d.
geslacht;
- e.
nationaliteit of nationaliteiten;
- f.
tegenwoordige en, voor zoveel nodig, eerdere verblijfsrechtelijke status;
- g.
duur van huidige toegelaten verblijf in het Koninkrijk en, indien van toepassing, duur van eerder toegelaten verblijf in het Koninkrijk;
- h.
indien van toepassing, bestaan en duur van het huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan wel de ontbinding daarvan, alsmede ten aanzien van de echtgenoot of partner de gegevens hierboven bedoeld onder a tot en met e;
- i.
indien van toepassing, betreffende de minderjarige kinderen van de optant, de gegevens hierboven bedoeld onder a tot en met e, en onder g;
- j.
indien van toepassing, betreffende de ouders of grootouders van de optant, de gegevens bedoeld in de onderdelen a tot en met g. Voor de toepassing van artikel 6, eerste lid, onder i tot en met o, van de Rijkswet kunnen onder de gegevens bedoeld in onderdeel e mede worden begrepen de historische gegevens betreffende de nationaliteit van de ouders of grootouders van de optant;
- k.
indien het een minderjarige betreft over wie gezag wordt uitgeoefend, de gegevens bedoeld in de onderdelen a tot en met e van degene of degenen die dit gezag uitoefenen;
- l.
de overige gegevens die naar het oordeel van de tot het in ontvangst nemen van de verklaring bevoegde autoriteit nodig zijn voor de beoordeling van het geval.
2.
In de optieverklaring vermeldt de optant de minderjarige kinderen en kindskinderen die hij in zijn optie wenst te betrekken. Hij verstrekt over hen, voorzoveel mogelijk, de gegevens bedoeld in het eerste lid.
3.
Betrekt de optant in zijn optieverklaring mede een kind dat de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt, dan is vereist dat het kind op de wijze bepaald in artikel 3 verklaart in te stemmen met de optie.
4.
De optant legt een schriftelijke en ondertekende verklaring over dat de gevraagde gegevens naar waarheid zijn verstrekt en dat geen relevante gegevens zijn verzwegen. Behoudens in de gevallen waarin toelating niet is vereist, verklaart hij op dezelfde wijze dat in het kader van de verkrijging en het behoud van de verblijfsvergunning van hemzelf en de overige in de optieverklaring genoemde personen de gevraagde gegevens naar waarheid zijn verstrekt en dat geen relevante gegevens zijn verzwegen.
5.
De autoriteit die de optieverklaring in ontvangst neemt, kan verlangen dat de optant de juistheid van de verstrekte gegevens bewijst door middel van zo nodig gelegaliseerde en eventueel inhoudelijk geverifieerde documenten. Hij kan tevens verlangen dat die aanvullende gegevens worden verstrekt indien dit naar zijn oordeel nodig is voor de beoordeling van het geval.
6.
Heeft de optant een of meer nationaliteiten waarvan hij verplicht is afstand te doen, dan legt hij een verklaring over houdende dat hij bereid is het mogelijke te zullen doen om bij of na de verkrijging van het Nederlanderschap zijn andere nationaliteit of nationaliteiten te verliezen.