Einde inhoudsopgave
Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap
Artikel 3 [Indiening]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2003
- Bronpublicatie:
15-04-2002, Stb. 2002, 231 (uitgifte: 28-05-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2003, Stb. 2003, 118 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
Optieverklaringen, naturalisatieverzoeken en verklaringen van afstand van het Nederlanderschap worden in persoon afgelegd of ingediend.
2.
Indien om zwaarwegende redenen van de optant of de verzoeker, dan wel van de persoon die afstand van het Nederlanderschap wil doen, niet kan worden verlangd dat hij de verklaring of het verzoek in persoon aflegt of indient, kan hij deze of dit laten afleggen of indienen door een daartoe schriftelijk gemachtigde meerderjarige persoon, mits voldoende zekerheid kan worden verkregen over de identiteit van de optant of de verzoeker dan wel de persoon die afstand doet, en van de gemachtigde. Onder zwaarwegende redenen worden in ieder geval gerekend de fysieke of psychische onmogelijkheid in persoon te verschijnen voor het afleggen van de verklaring of het indienen van het verzoek.
3.
De verklaring of het verzoek wordt op schrift gesteld en door de betrokkene of, in voorkomend geval, door zijn wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde ondertekend.