NJ 2024/89
Verwijzing in arrest naar strafmotivering in proces-verbaal van de terechtzitting, toen mondeling uitspraak is gedaan, is i.s.m. art. 359 lid 5 Sv.
HR 13-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:233
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, T.B. Trotman, F. Posthumus
- Zaaknummer
23/01778
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS948916:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:233, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1159, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2023
- Wetingang
Essentie
Het hof, dat ter terechtzitting mondeling uitspraak heeft gedaan, heeft in zijn arrest volstaan met de vermelding dat de in het — eventueel op te maken — proces-verbaal van de terechtzitting opgenomen motivering van de strafoplegging ‘als hier herhaald en ingelast’ wordt beschouwd. Dat is in strijd met art. 359 lid 5 Sv.
Samenvatting
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof de redenen die de straf hebben bepaald niet in het arrest, maar in het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft opgegeven.
Het hof heeft in zijn arrest volstaan met de enkele vermelding dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.