NJ 2018/367
Antilliaanse zaak; uitleg bijzondere noodweerbepaling.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/03551 A
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
T.M. Schalken
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS167799:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:747, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2017
- Wetingang
Art. 43, 114 Sr NA (oud); art. 1:114, 2:65 Sr StM
Essentie
Antilliaanse zaak. Uitleg bijzondere noodweerbepaling.
Op grond van het Antilliaanse recht wordt in het kader van een beroep op noodweer de verdediging voorondersteld noodzakelijk te zijn indien de aanrander huis-, lokaal- of erfvredebreuk begaat, met dien verstande dat, ingeval daarbij sprake is van het betreden van een (besloten) erf door de aanrander, die vooronderstelling slechts geldt als dit misdrijf is begaan "in de onmiddellijke nabijheid van de woning". Het hof kon oordelen dat een afstand van ruim 24 meter van de woning, vlakbij de openbare weg, niet als "in de onmiddellijke nabijheid van de woning" kan worden aangemerkt. ...