Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1435/2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE)
Artikel 37 Functies van het leidinggevend orgaan en benoeming van de leden
Geldend
Geldend vanaf 21-08-2003
- Bronpublicatie:
22-07-2003, PbEU 2003, L 207 (uitgifte: 18-08-2003, regelingnummer: 1435/2003)
- Inwerkingtreding
21-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2003, PbEU 2003, L 207 (uitgifte: 18-08-2003, regelingnummer: 1435/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Het leidinggevend orgaan is onder eigen verantwoordelijkheid belast met het bestuur van de SCE, verbindt haar jegens derden en vertegenwoordigt haar in rechte. Een lidstaat kan voorschrijven dat een lid van het bestuursorgaan onder eigen verantwoordelijkheid belast is met de dagelijkse leiding, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor coöperaties met statutaire zetel op het grondgebied van die lidstaat.
2.
Het lid of de leden van het leidinggevend orgaan wordt of worden benoemd en ontslagen door het toezichthoudend orgaan.
Een lidstaat kan evenwel bepalen, of toestaan dat in de statuten wordt bepaald, dat het lid of de leden van het leidinggevend orgaan benoemd en ontslagen wordt of worden door de algemene vergadering, onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor coöperaties met statutaire zetel op het grondgebied van die lidstaat.
3.
Niemand mag tegelijkertijd lid zijn van het leidinggevend en van het toezichthoudend orgaan van de SCE. Het toezichthoudend orgaan kan evenwel bij vacature één van zijn leden aanwijzen om de functie van lid van het leidinggevend orgaan uit te oefenen. Gedurende deze periode mag de betrokkene zijn functies als lid van het toezichthoudend orgaan niet uitoefenen. Een lidstaat kan bepalen dat deze periode in de tijd beperkt is.
4.
Het aantal leden van het leidinggevend orgaan of de regels voor de bepaling van dat aantal worden in de statuten van de SCE vastgesteld. Niettemin kan een lidstaat een minimum- en/of een maximumaantal leden vaststellen.
5.
Wanneer er in een lidstaat niet voorzien is in een dualistisch stelsel voor coöperaties met statutaire zetel op zijn grondgebied, kan die lidstaat passende maatregelen met betrekking tot SCE's vaststellen.