RFR 2012/30
Familieprocesrecht. Wanneer gaat de vervaltermijn van art. 3:200 BW lopen?
Hof 's-Gravenhage 28-02-2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BU7549
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
28 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A.N. Labohm, C.M. Pannekoek, A. Roelvink-Verhoeff
- Zaaknummer
200.062.192
- LJN
BU7549
- JCDI
JCDI:ADS910742:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2011:BU7549, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 28‑02‑2011
- Wetingang
BW art. 3:200
Essentie
Familieprocesrecht.
Wanneer gaat de vervaltermijn van art. 3:200 BW lopen?
Samenvatting
De man en de vrouw hebben op 2 november 2006 een echtscheidingsconvenant ondertekend. Hierin is onder meer het gemeenschappelijk vermogen verdeeld. Op 21 december 2006 is door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking de huwelijksgoederengemeenschap ontbonden.
De vrouw stelde dat zij bij deze verdeling op 2 november 2006 voor meer dan een vierde is benadeeld. De man voerde hiertegen verweer, stellende dat het beroep op art. 3:196 BW te laat is gedaan, immers na verloop van de in art. 3:200 BW genoemde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.