FED 2019/101
Geldlening kan worden toegerekend aan winningsbedrijf.
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:687, m.nt. F. Boulogne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/05180
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
F. Boulogne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68656:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:687, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:832, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2017
- Wetingang
Essentie
Geldlening kan worden toegerekend aan winningsbedrijf.
Samenvatting
Belanghebbende verwerft van een derde partij de aandelen in een houdstervennootschap, die op haar beurt onder meer de aandelen houdt in een werkmaatschappij. Zowel belanghebbende als de werkmaatschappij oefenen een winningsbedrijf uit en beschikken over een winningsvergunning als bedoeld in de Mijnbouwwet. Als gevolg van een herstructurering en een fusie komen de twee winningsbedrijven uiteindelijk samen op het niveau van belanghebbende. De rentelasten op de overnameschuld komen bij belanghebbende slechts in aftrek (ten laste van het winstaandeel) indien de geldlening tot het vermogen van het winningsbedrijf behoort. De Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.