RFR 2022/53
Heeft de rechtbank ten onrechte niet getoetst of betrokkene zich wilsbekwaam verzet tegen medicatie?
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:123
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/03952
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS644530:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:123, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1139, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
GGZ. Zorgmachtiging. Wilsbekwaam verzet.
Heeft de rechtbank ten onrechte niet getoetst of betrokkene zich wilsbekwaam verzet tegen medicatie?
Samenvatting
In eerste aanleg heeft de advocaat van betrokkene verzocht het verzoek om een zorgmachtiging af te wijzen omdat betrokkene zich wilsbekwaam verzet tegen de medicatie. Het gaat naar omstandigheden goed met betrokkene. Hij woont met begeleiding op zichzelf en wil zich ontwikkelen. Hij ervaart veel last van bijwerkingen van de medicatie waardoor hij problemen heeft met onder meer het vinden van werk. Door de medicatie mist betrokkene zingeving in zijn leven.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.