NJB 2019/1759
Verzoeken tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting wegens de verhindering van de verdachte of zijn raadsman bij de behandeling aanwezig: in aanvulling op het overzichtsarrest HR 6 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1934, gaat de Hoge Raad thans uitgebreid in op de vraag hoe een verzoek tot aanhouding moet worden beoordeeld in een situatie waarin de raadsman op de terechtzitting aangeeft dat hij niet weet waarom de verdachte niet is verschenen en dat hij het mogelijk acht dat de verdachte geen weet heeft van de zitting, en om die reden een aanhoudingsverzoek doet
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1145
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/04939
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1145, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:342, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2018
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Verzoeken tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting wegens de verhindering van de verdachte of zijn raadsman bij de behandeling aanwezig: in aanvulling op het overzichtsarrest HR 6 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1934, gaat de Hoge Raad thans uitgebreid in op de vraag hoe een verzoek tot aanhouding moet worden beoordeeld in een situatie waarin de raadsman op de terechtzitting aangeeft dat hij niet weet waarom de verdachte niet is verschenen en dat hij het mogelijk acht dat de verdachte geen weet heeft van de zitting, en om die reden een aanhoudingsverzoek doet
Uitspraak
Inleiding:
Het middel komt op tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.