RvdW 2020/1064
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Verhouding tussen provisionele uitspraak en uitspraak in de hoofdzaak. Is het hof dat oordeelt over hoger beroep tegen provisionele uitspraak gehouden ambtshalve de status van de hoofdzaak na te gaan?
HR 02-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1541
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/04032
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1541, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:426, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Verhouding tussen provisionele uitspraak en uitspraak in de hoofdzaak. Is het hof dat oordeelt over hoger beroep tegen provisionele uitspraak gehouden ambtshalve de status van de hoofdzaak na te gaan?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/04032
Datum
2 oktober 2020
ARREST
In de zaak van
SERVICE TECHNISCH BEHEER B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
EISERES tot cassatie,
hierna: STB,
advocaat: B.I. Kraaipoel,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats], België,
2. B.V. [verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
niet verschenen.