Einde inhoudsopgave
Regeling specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi
Artikel 29
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
20-03-2015, Stcrt. 2015, 9656 (uitgifte: 09-04-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/35270)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2015, Stcrt. 2015, 9656 (uitgifte: 09-04-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/35270)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
1.
De boordcomputer waarschuwt de gebruiker zodra het volgende wordt gedetecteerd:
- a.
het optreden en eindigen van fouten in de werking van de boordcomputer genoemd in artikel 26, tweede lid;
- b.
het optreden en eindigen van storingen in de werking van de boordcomputer genoemd in artikel 26, vierde lid.
2.
De waarschuwingssignalen worden in ieder geval in visuele vorm weergegeven.
3.
De waarschuwingssignalen zijn zowel overdag als 's nachts duidelijk afleesbaar en herkenbaar en bevinden zich binnen het gezichtsveld van de bestuurder.
4.
Indien zich een fout of gebeurtenis voordoet als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, wordt de reden van de waarschuwing getoond. Behoudens het vijfde lid blijft de waarschuwing zichtbaar zo lang de fout of gebeurtenis voortduurt met een maximum van dertig seconden na het optreden daarvan.
5.
De waarschuwing, bedoeld in het vierde lid, blijft zichtbaar totdat de gebruiker handmatig bevestigt de waarschuwing te hebben opgemerkt:
- a.
ingeval van een storing;
- b.
na de tweede, vierde, zesde en achtste onderbreking van ten minste vijf seconden in de stroomvoorziening van de boordcomputer;
- c.
na het verstrijken van het zesde, twaalfde en achttiende uur na detectie van een fout in de bewegingsensor of de positiebepalingsensor; en
- d.
na de vijfentwintigste, vijftigste en vijfenzeventigste detectie binnen een kalenderdag van een fout in de bewegingsensor of de positiebepalingsensor.