NJ 2016/223
Procesrecht. Onjuiste vermelding van naam requirant in appeldagvaardingsexploot; deformalisering; herstelmogelijkheid?; herstel bij exploot vóór roldatum; herstel na aanbrengen zaak.
HR 15-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:668
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 april 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02287
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110727:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:668, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:25, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2015
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Onjuiste vermelding van naam requirant in appeldagvaardingsexploot; deformalisering; herstelmogelijkheid?; herstel bij exploot vóór roldatum; herstel na aanbrengen zaak.
Een exploot dat de naam van de requirant onjuist of onvolledig vermeldt, lijdt aan een gebrek dat de geldigheid van het exploot niet aantast. Dat brengt niet mee dat een dergelijk gebrek in een dagvaardingsexploot niet vatbaar zou zijn voor herstel bij exploot uitgebracht voor de roldatum. Het geval van een onjuiste of onvolledige naamsvermelding van de requirant in een dagvaardingsexploot moet voor de toepassing van art. 120 lid 2 Rv op één lijn worden gesteld met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.