NJ 1959/37
„Bovag-clausule". Heeft de daarbij bedongen vrijwaringsplicht een met de goede zeden strijdige oorzaak? Onredelijke invloed. Ambtshalve gegeven oordeel, dat de bedoelde vrijwaringsclausule krachteloos is. Betekenis van de concrete feiten van het te berechten geval.
HR 11-01-1957, ECLI:NL:HR:1957:139, m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis (Automobielbedrijf Uijting en Smits/Mozes,tweede Bovag-arrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 januari 1957
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, Boltjes, Hülsmann en Dubbink
- Zaaknummer
[111957/NJ_1959-37]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Roepnaam
Automobielbedrijf Uijting en Smits/Mozes
tweede Bovag-arrest
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110368:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1957:139, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑01‑1957
- Wetingang
(B. W. artt. 1371 en 1373, Rv. art. 48.)1
Essentie
„Bovag-clausule". Heeft de daarbij bedongen vrijwaringsplicht een met de goede zeden strijdige oorzaak? Onredelijke invloed. Ambtshalve gegeven oordeel, dat de bedoelde vrijwaringsclausule krachteloos is. Betekenis van de concrete feiten van het te berechten geval.
Samenvatting
Een overeenkomst, waardoor de ene partij ten gevolge van een wanverhouding tussen wat wederzijds werd bedongen met een ernstig nadeel wordt belast, kan een geoorlooide oorzaak ontberen i.v.m. de bijzondere invloeden, welke zich bij het sluiten der overeenkomst doen gelden, met name wanneer de benadeelde partij de onevenredig grote last heeft aanvaard onder den druk van omstandigheden, waarvan zijn mede-contractant misbruik maakte. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.