Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.6.31 [Onderdelen en werking reminrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
16-03-2017, Stcrt. 2017, 15087 (uitgifte: 24-03-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/311749)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2017, Stcrt. 2017, 15087 (uitgifte: 24-03-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/311749)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Bromfietsen moeten zijn voorzien van een reminrichting waarvan de onderdelen:
|
|
2. | Remschijven mogen geen dusdanige slijtage vertonen dat gevaar op breuk ontstaat. | Visuele controle. |
3. | Het rempedaal onderscheidenlijk de remhendel mag geen zodanige slag maken dat het pedaal dan wel de handel tot een aanslag kan worden ingetrapt of ingedrukt | Controle waarbij het rempedaal wordt ingetrapt met een kracht van ten hoogste 500 N (50 kg). Bij een remhendel moet dit worden uitgevoerd met de maximale handkracht. |
4. | Het oppervlak van het rempedaal moet stroef zijn. | Visuele controle. |
5. | Remslangen mogen:
De slangen die aan de buitenzijde van een metalen wapening zijn voorzien, mogen geen beschadiging vertonen. |
|
6. | Remkabels mogen niet zijn gerafeld en moeten goed gangbaar zijn. | Visuele controle, waarbij de rem wordt bediend. |
7. | Wielen die zijn voorzien van een trommelrem, moeten in onberemde toestand in beide richtingen kunnen draaien zonder dat de remvoering aanloopt. De remvoering van wielen die zijn voorzien van een schijfrem, mag in onberemde toestand in beide richtingen enigszins slepen. | Controle door de wielen vrij van de grond met de hand rond te draaien. |
8. | De remtrommel of remschijf mag tijdens het remmen niet worden geraakt door delen die zijn bestemd als drager of bevestigingsmiddel van de remvoering. | Visuele controle. Indien de remvoering niet zonder demontage zichtbaar te maken is, wordt de rem in werking gesteld terwijl het wiel met de hand of met behulp van een wielspinner wordt rondgedraaid. Hierbij mogen geen schurende geluiden van metaal op metaal hoorbaar zijn. |
9. | De noodzakelijke bewegingsvrijheid van de remonderdelen mag niet worden beperkt. | Visuele controle. |
10. | In de reservoirs van het hydraulisch remsysteem moet voldoende remvloeistof aanwezig zijn. | Visuele controle, waarbij het remvloeistofniveau zich niet onder de minimumaanduiding mag bevinden. |
11. | De waarschuwingsinrichting van het antiblokkeersysteem mag geen defect aangeven. | Visuele en auditieve controle. Wanneer na het starten van de motor een optisch of akoestisch waarschuwingssignaal wordt afgegeven dat het systeem niet goed functioneert, wordt ervan uitgegaan dat niet aan deze eis is voldaan. In geval van twijfel wordt een rijproef uitgevoerd. |
12. | De onderdelen van een antiblokkeersysteem:
| Visuele controle. |