RvdW 2022/586
Verbintenissenrecht. Uitleg en bewijskracht onderhandse akte (art. 157 Rv); stelplicht en bewijslast; Haviltex-criterium. Inbreng perceel grond in commanditaire vennootschap; inbreng economische eigendom? Deelt vennoot bij uittreden mee in waardevermeerdering perceel?
HR 10-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:852
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
20/04377
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:852, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2020
- Wetingang
Art. 157 lid 2 Rv
Essentie
Verbintenissenrecht. Uitleg en bewijskracht onderhandse akte (art. 157 Rv); stelplicht en bewijslast; Haviltex-criterium. Inbreng perceel grond in commanditaire vennootschap; inbreng economische eigendom? Deelt vennoot bij uittreden mee in waardevermeerdering perceel?
Samenvatting
Voor de beantwoording van de vraag of een akte een verklaring bevat van een partij omtrent hetgeen de akte bestemd is ten behoeve van de wederpartij te bewijzen als bedoeld in art. 157 lid 2 Rv, komt het aan op (uitleg van) alleen de akte zelf. De wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan een overeenkomst kan van belang zijn voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.