V-N 2024/29.19
Forse verhoging bagatelgrens ISV door Hoge Raad
HR 14-06-2024, ECLI:NL:HR:2024:853, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2024
- Magistraten
Van Eijsden, Punt, Feteris, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/04592
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS964917:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:853, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2024
Conclusie, Hoge Raad, 14‑06‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1042, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑11‑2023
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad besluit vanwege oneigenlijk gebruik de ondergrens voor toekenning van een immateriële schadevergoeding wegens termijnoverschrijding fors te verhogen.
Samenvatting
X procedeert over een bedrag van € 0,80 aan invorderingsrente. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X, ondanks de termijnoverschrijding, geen recht heeft op een immateriëleschadevergoeding (ISV), omdat het financiële belang minder is dan de bagatelgrens van € 15 (HR 24 februari 2017, V-N 2017/12.20.5). In cassatie stelt X dat nevenvorderingen ook meetellen voor de bepaling van de bagatelgrens.
De Hoge Raad oordeelt dat, vanwege oneigenlijk gebruik, de ondergrens voor toekenning van een ISV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.