NJB 2017/674
Beroepsaansprakelijkheid. Cassatieadvocaat. Verwijzing naar producties. Een cassatieadvocaat stelt namens een cliënte cassatieberoep in en formuleert een motiveringsklacht zonder te verwijzen naar een relevante passage in een productie die bij memorie van grieven was overgelegd. Het cassatieberoep wordt verworpen. De cliënte stelt de cassatieadvocaat aansprakelijk wegens een beroepsfout. Hoge Raad: In de memorie van grieven was verzuimd een beroep te doen op de passage in de productie. Daarom kan de cassatieadvocaat niet als beroepsfout worden aangerekend dat zij in het cassatiemiddel niet heeft verwezen naar de passage. Het hof behoefde immers niet met de passage rekening te houden
HR 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:404
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 maart 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/04488
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:404, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑09‑2015
- Wetingang
(art. 7:401 BW)
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid. Cassatieadvocaat. Verwijzing naar producties. Een cassatieadvocaat stelt namens een cliënte cassatieberoep in en formuleert een motiveringsklacht zonder te verwijzen naar een relevante passage in een productie die bij memorie van grieven was overgelegd. Het cassatieberoep wordt verworpen. De cliënte stelt de cassatieadvocaat aansprakelijk wegens een beroepsfout. Hoge Raad: In de memorie van grieven was verzuimd een beroep te doen op de passage in de productie. Daarom kan de cassatieadvocaat niet als beroepsfout worden aangerekend dat zij in het cassatiemiddel niet heeft verwezen naar de passage. Het hof behoefde immers niet met de passage rekening te houden