RBP 2020/76
Verdeling stelplicht en bewijslast. Waar houdt de gemotiveerde betwisting op en begint het zelfstandige verweer?
HR 17-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1308
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juli 2020
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03069
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- JCDI
JCDI:ADS242378:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1308, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:453, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2020
- Wetingang
Art. 150 Rv
Essentie
Verdeling stelplicht en bewijslast. Zelfstandig verweer.
Waar houdt de gemotiveerde betwisting op en begint het zelfstandige verweer? Wie moet wat wanneer bewijzen?
Samenvatting
De eigenaresse van een door brand verwoest pand wil de onderhuurder daarvan aansprakelijk stellen, omdat deze persoon volgens haar de veroorzaker van de brand is. Uit een verklaring van de huurder volgt dat de onderhuurder er wiet heeft gekweekt. De eigenaresse – eiseres in eerste aanleg; verweerster tot cassatie – wil het ertoe geleid hebben dat haar schade op de onderhuurder wordt verhaald. Daartoe wendt zij zich tot een advocaat c.q. de advocatenmaatschap – gedaagden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.