Einde inhoudsopgave
Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko [Vertaling]
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2004
- Bronpublicatie:
30-09-1996, Trb. 1996, 298 (uitgifte: 13-11-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2004, Trb. 2004, 266 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
De werknemer of de met hem gelijkgestelde die woont op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij die niet de bevoegde Staat is en die voldoet aan de door de wettelijke regelingen van de bevoegde Staat gestelde voorwaarden om recht te hebben op prestaties, met inachtneming van, in voorkomend geval, het onder artikel 4 bepaalde, ontvangt op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij waar hij woont:
- a.
verstrekkingen, verleend ten laste van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats, overeenkomstig de wettelijke regelingen die op dit laatstgenoemde orgaan van toepassing zijn, alsof hij hierbij was aangesloten;
- b.
uitkeringen, betaald door het bevoegde orgaan, overeenkomstig de wettelijke regelingen die op dit orgaan van toepassing zijn, alsof hij op het grondgebied van de bevoegde Staat woonde.
2.
Met betrekking tot het ontvangen van verstrekkingen is het in het vorige lid bepaalde van overeenkomstige toepassing op gezinsleden die wonen op het grondgebied van een Verdragsluitende Partij die niet de bevoegde Staat is. Wanneer de gezinsleden echter recht hebben op prestaties krachtens de wettelijke regelingen van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan zij wonen, is het in dit artikel bepaalde op hen niet van toepassing.