Einde inhoudsopgave
Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko [Vertaling]
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2022
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 5 wordt voorlopig toegepast met ingang van 01-10-2016. De wijziging betreffende lid 1, 3, 4 en 7 wordt voorlopig toegepast met ingang van 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
04-06-2016, Trb. 2016, 101 (uitgifte: 15-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2022, Trb. 2022, 47 (uitgifte: 31-05-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Vervallen.
2.
Een werknemer of een met hem gelijkgestelde die recht op prestaties heeft verkregen ten laste van een orgaan van een der Verdragsluitende Partijen, en die woont op het grondgebied van bedoelde Partij, behoudt dat recht wanneer hij zijn woonplaats naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij overbrengt. Voor de overbrenging moet de werknemer echter de toestemming hebben ontvangen van het bevoegde orgaan. De toestemming kan slechts worden geweigerd indien verplaatsing van de betrokkene nadelig is voor zijn gezondheidstoestand of voor de toepassing van een geneeskundige behandeling.
3.
Wanneer een werknemer of een met hem gelijkgestelde overeenkomstig het in het voorgaande lid bepaalde recht heeft op prestaties, worden de verstrekkingen ten laste van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen van de door het genoemde orgaan toegepaste wettelijke regeling, in het bijzonder met betrekking tot de omvang en de wijze van toepassing van de verstrekkingen: voor de duur van deze verstrekkingen is echter de wettelijke regeling van de bevoegde Staat bepalend.
4.
In de in het tweede lid van dit artikel bedoelde gevallen is voor de toekenning van protheses, hulpmiddelen van grotere omvang en andere verstrekkingen van groot belang - behalve bij onmiskenbare spoedgevallen - de toestemming van het bevoegde orgaan vereist. Met goedkeuring van de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen stellen de in het Administratief Akkoord voor de toepassing van dit Verdrag bedoelde verbindingsorganen een lijst op van de verstrekkingen waarop dit lid van toepassing is.
5.
Tijdens een verblijf of in het geval van het overbrengen van de woonplaats naar het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij worden de uitkeringen betaald door het bevoegde orgaan overeenkomstig de wettelijke regelingen die dit orgaan toepast.
6.
Met betrekking tot verstrekkingen is het in de voorgaande leden bepaalde van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van de werknemer of de met hem gelijkgestelde.