V-N 2013/17.27.9
Prejudiciële vraag over toepassing nultarief en betrokkenheid bij btw-fraude
HR 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:440
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2016
- Zaaknummer
11/01551
- LJN
BW5378
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Intracommunautaire transactie
Omzetbelasting / Tarief
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:440, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BW5378, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2013
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2012
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2012
ECLI:NL:PHR:2013:BW5378, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2012
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vraag over toepassing nultarief en betrokkenheid bij btw-fraude
Voorgaande uitspraak
aquo
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1.
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 augustus 2001 t/m 31 december 2001 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van € 1.986.207 (hierna: de naheffingsaanslag). De naheffingsaanslag is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.
1.2.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Bij schriftelijke uitspraak d.d. 28 augustus 2007 (nummer AWB 06/1318) heeft de Rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
1.3.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.